Train World: kritische reflectie op een topbelevenis
Jaren moesten we er op wachten: een volwaardig Belgisch treinmuseum. Nu is het er. In Schaarbeek. Toplocatie langs de historische lijn tussen Mechelen en Brussel. Topbelevenis ook, voor jong en oud zoals dat heet. Deze boemelaar had er een fijne dag, maar is toch een beetje kritisch. Enkel als het mag, natuurlijk!
De vaste tentoonstelling van Train World in Schaarbeek toont sinds 2015 een gedeelte van de historische collecties van de NMBS. Bij aankomst wordt meteen duidelijk wat het doel is van de makers van de tentoonstelling door de slogan ‘beleef de spoorwegen van gisteren, vandaag en morgen.’ Dit impliceert twee zaken: (1) de tentoonstelling wil meer zijn dan een historische collectie door de bezoeker een ‘belevenis’ te bieden en (2) de tentoonstelling is niet louter historisch, maar omvat ook hedendaags materiaal en een blik op de toekomst.
De eerste zaal waarin de bezoeker wordt ontvangen geeft echter niet de indruk dat de tentoonstelling effectief zal voldoen aan bovenstaande twee punten. Het is de oude lokettenzaal van het station van Schaarbeek die is ingericht met klassieke bruine expositiekasten met schaalmodellen van treinen. Op zich best wel mooie stukken, maar door een totaal gebrek aan uitleg en omkadering loop je wat verloren rond. Een belevenis kan je het nauwelijks noemen, daarvoor is het wachten op de nieuwbouwstukken die aan het oude stationsgebouw zijn aangebouwd.
In de volgende zalen is het wel zeer duidelijk dat de belevenis de bovenhand haalt op de historische omkadering. De sfeer van de spoorwegen – voornamelijk in de begindagen tijdens de negentiende eeuw tot rond 1930 – staat centraal en wordt door de makers van de tentoonstelling opgeroepen door beeld, klank en licht, meer dan door de eigenlijke tentoongestelde stukken. Vanzelfsprekend wordt heel wat aandacht besteed aan de eerste spoorlijn tussen Mechelen en Brussel, het traject waarop dit spoorwegmuseum in Schaarbeek is gelegen en de oudste spoorlijn op het Europese continent. De makers van Train World slagen er zeker in om de bezoeker onder te dompelen in die sfeer van de hoogdagen van de Europese spoorwegen. Toegegeven, het thema is dankbaar omdat treinen – zeker voor de kinderen en deze boemelaar – steevast tot de verbeelding hebben gesproken, maar het samenspel van licht, beeld, klank en voorwerpen werkt toch bijzonder goed.
De informatiedichtheid daarentegen valt aardig tegen. Over de ontwikkeling van de spoorwegen en de uitbreiding van het spoorwegnet in België kan je wel nog wat te weten komen via allerhande interactieve museumelementen, maar verderop in de tentoontelling wordt het steeds moeilijker om nog écht iets te ontdekken. De nadruk ligt op kijken en ervaren, met heel wat volledige en indrukwekkende locomotieven en zelfs een compleet en origineel spoorwegwachtershuisje, maar de uitleg beperkt zich veelal tot de naam van de locomotief en het bouwjaar. Ook de algemene infoborden bevatten eerder wat structurerende zaken die mijns inziens voor de meeste bezoekers vrij evident zijn.
De zalen over het ontstaan van de spoorwegen, de ontwikkeling, de technische aspecten en de pendelarbeiders zijn vrij goed verzorgd en vertellen telkens een verhaal. Zoals gezegd wordt dat verhaal vooral gebracht door een bij momenten vrij indrukwekkend samenspel van de tentoongestelde objecten en gerichte licht- en klankeffecten. De historische omkadering is eerder beperkt, maar dat lijkt dan ook niet meteen de bedoeling te zijn. De laatste – en tevens grootste – ruimte is echter vooral een opeenstapeling van groot treinmateriaal, waarbij de treinen en wagons niet enkel op de grond tentoongesteld worden, maar ook in de lucht zodat de bezoeker niet alleen langs de stukken kan lopen, maar ook eronder, erboven en erdoor. Bij dit alles boet het verhaal wel duidelijk aan belang in en is de historische uitleg al helemaal afwezig (op enkele uizonderingen zoals bijvoorbeeld de koninklijke rijtuigen na). De makers kiezen ervoor om geen verhaal meer te vertellen, maar om de tentoongestelde stukken voor zich te laten spreken. Dat heeft vermoedelijk ook met praktische bekommernissen te maken, gezien we hier natuurlijk over erg grote en zware stukken spreken en deze laatste zaal duidelijk het vlotst bereikbaar is door een rechtstreekse spooruitaansluiting via enkele grote poorten.
Laten we even teruggrijpen naar de slogan aan het begin van de tentoontselling: ‘Beleef de spoorwegen van gisteren, vandaag en morgen.’ Het mag duidelijk zijn dat de makers van de tentoonstelling erin geslaagd zijn om die belevenis over te brengen enerzijds omdat dit een dankbaar thema is, anderzijds ook door goed doordacht gebruik van de moderne tentoonstellingsmethodes. Tot en met de grote zaal met het gros van het treinmateriaal, blijft de nadruk echter uitsluitend liggen op het aspect geschiedenis, veelal de oudste periode van het Belgische spoorwegnet. Het gedeelte over de spoorwegen vandaag is maar zeer beperkt aanwezig, misschien even wanneer er een filmpje te zien is over de huidige veiligheidssystemen om treinongevallen te vermijden of enkele foto’s van de recente grote infrastructuurswerken door Infrabel. Het gedeelte de spoorwegen van morgen is zomogelijk nog beperkter en wordt maar heel even aangeraakt wanneer de bezoeker via een gang op de tweede verdieping terug naar de ingang wandelt.
Train World in Schaarbeek is in de eerste plaats een toeristische attractie. Getuige daarvan is ook de omkadering met restaurant en B&B. In de tweede plaats is het ook het nationale spoorwegmuseum waarop België lang heeft moeten wachten. Als jong industriële natie sprong België in de jaren 1830 sneller dan haar buurlanden op de kar van de spoorwegen en ontwikkelde het tijdens de negentiende eeuw één van de dichtste spoornetten ter wereld. De spoorwegen kunnen dan ook niet weggedacht worden uit de geschiedenis van het jonge België omdat ze de meest uitgesproken exponent vormen van de transportrevolutie die erg belangrijk is gebleken voor de economische ontwikkeling van het land. Die geschiedenis, samen met de opkomst van de pendelarbeid (een eigenschap die tot op vandaag een fundamenteel onderdeel van het economisch kader in België blijft), komen goed naar voren tijdens de tentoonstelling, maar het historisch verhaal blijft ondergeschikt aan de beleving die mijns inziens voornamelijk gericht is op twee doelgroepen: (1) buitenlandse (en ook wel binnenlandse) toeristen en (2) kinderen.
Deze beide doelgroepen worden goed bediend door de nadruk die de makers van de tentoonstelling hebben gelegd op het visuele. Toch vermoed ik dat de expositie meer dan voldoende aanknopingspunten biedt voor heel wat meer inhoudelijke verhalen. Deze zijn echter niet expliciet aanwezig, waardoor ik een meer geïntereseerde bezoeker zou aanraden om de tentoonstelling te bezoeken met een gids. Train World biedt ook gidsen aan voor een standaardrondleiding in het Nederlands, Engels, Frans of Duits, maar ook in andere talen op aanvraag. Het museum blijft dan ook in eerste instantie een toeristische attractie. Die rondleiding brengt je volgens de website langsheen de ‘topstukken’ van de collectie. Hoewel dit in de praktijk natuurlijk een zeer interessante rondleiding zou kunnen zijn, vermoed ik dat deze omschrijving er toch op duidt dat ook in deze rondleiding er niet echt sprake is van een ‘verhaal’, maar dat de gids je mee zal nemen doorheen het museum en meer uitleg zal geven bij de meest in het oogspringende elementen van de tentoonstelling. Zoals gesteld is dat niet slecht gezien er weinig uitleg voor handen is in de tentoonstelling zelf, maar tegelijk is dit toch ook een exponent van een museum dat eerder een ‘ervaring’ wil bieden dan een ‘verhaal’. Het zou dan ook niet slecht zijn mocht het aanbod aan gegidste rondleidingen worden uitgebreid met meer specifieke invalshoeken die een bepaald aspect van de geschiedenis van de Belgische spoorwegen eruit lichten en de bezoeker daarover meer specifieke informatie verstrekken. Misschien is dat vandaag wel al mogelijk op aanvraag.
De eindevalutie van Train World is dan ook gemengd. Aan de ene kant is het ontegensprekelijk een indrukwekkende collectie en wordt de bezoeker via moderne expositietechnieken, via een samenspel van licht- en klankeffecten en via een indrukwekkende enscenering helemaal ondergedompeld in de sfeer van de Belgische spoorwegen tijdens haar hoogdagen. Aan de andere kant neemt die belevenis doorheen de tentoonstelling de bovenhand op de historische omkadering . Het museum lijkt voornamelijk gericht op kinderen en (buitenlandse) toeristen als voornaamste doelgroepen en zet daarom sterk in op het visuele, meer dan op het informatieve.
Voor meer informatie over het museum: www.trainworld.be/nl